July 10, 1992
13 and 17 Painfbat
Originally, the 17th Armored Infantry Battalion in Oirschot belongs to the Regiment Chassé. In 1984 this regiment is exchanged for the Regiment Limburgse Jagers. The enthusiasm among the management is therefore not as great when the news in 1991 that a new transfer of tradition is on the way.
The then still conscript company that will experience this turnaround is the Alfa company. The company therefore presents itself from January 1, 1992 as 'Limburgse Fuseliers', where the logo is a mix between the emblems of Limburgse Jagers and Fuseliers. Executives present themselves on all kinds of occasions with the orange-blue scarf and emblems of the Limburgse Jagers, which is not always appreciated by everyone.
In June 1992, prior to the formal handover, delegations of veterans of the Irene Brigade, battalion executives and the entire Alfa Company travel to Normandy. There, on the beach at Arromanches, the invasion cords are handed out by the veterans to the newly-baked Fuseliers. This visit will be the start of a lively tradition.
On July 10, 1992, the banner and tradition are handed over in a special ceremony. There are two ensigns in ceremonial dress, one of 13 Painfbat and one of 17 Painfbat. So one standard watch with, and one without a standard.
Transferring traditions is not easy. It appears that some customs fade into the background while new ideas and customs emerge.
A regimental song is being written. The melody is the Princess Irene Mars, written in 1943 by watchmaster Lammers, Kapellmeister of the band of the Irene Brigade and also the first to die.
The term 'regimental birthday' is introduced (every year around January 11, the founding day of the Brigade). That day starts with the traditional English breakfast. Then the Irene cross is run, a cross-country run in which all guests of that day, soldiers from the German battalion and the Belgian battalion 'Liberation / 5th Line', are allowed to participate. There are sports and shooting competitions that day, but especially the social gathering and (former) regiment members and veterans is central that day.
Former soldiers of the Irenebrigade and the Indies battalions are more than ever involved in the activities of the battalion / regiment. They hand out the invasion cords to the new members of the Garderegiment, always at a historical site for the regiment.
In 1995, 13 Staff Company of the 13th Mechanized Brigade from Oirschot is also added to the regiment as a readily available unit. Even more Fuseliers at the Ruyter van Steveninck barracks in Oirschot!
The Garderegiment Fuseliers Prinses Irene proves to be taking root excellently in the Oirschot sands and thriving like never before.
This text has been translated automatically from Dutch
Click here for the original text
10 juli 1992
13 en 17 Painfbat
Oorspronkelijk behoort het 17e pantserinfanteriebataljon in Oirschot tot het Regiment Chassé. In 1984 wordt dit regiment omgewisseld voor het Regiment Limburgse Jagers. Het enthousiasme bij het kader is daarom niet zo groot als in 1991 het nieuws bekend wordt dat er opnieuw een traditieoverdracht op komst is.
De toen nog dienstplichtige compagnie die deze ommekeer zal mee gaan beleven is de Alfa-compagnie. De compagnie presenteert zich daarom vanaf 1 januari 1992 als 'Limburgse Fuseliers', waarbij het logo een mix vormt tussen de emblemen van Limburgse Jagers en Fuseliers. Kaderleden presenteren zich bij allerlei gelegenheden met oranje-blauwe sjaal en emblemen van de Limburgse Jagers, wat niet altijd door iedereen gewaardeerd wordt.
Voorafgaand aan de formele overdracht, reizen in juni 1992 delegaties van oudstrijders van de Irene Brigade, kaderleden van het bataljon en de complete Alfa-compagnie af naar Normandië. Daar, op het strand bij Arromanches worden de invasiekoorden uitgereikt door de oudstrijders aan de nieuwbakken Fuseliers. Dit bezoek zal een begin vormen van een levendige traditie-invulling.
Op 10 juli 1992 wordt in een bijzondere ceremonie vaandel en traditie overgedragen. Er staan twee vaandelwachten in ceremonieel tenue aangetreden, één van 13 Painfbat en één van 17 Painfbat. Eén vaandelwacht dus met, en één zonder vaandel.
Het overdragen van tradities is niet eenvoudig. Het blijkt dat sommige gebruiken wat naar de achtergrond verdwijnen terwijl nieuwe ideeën en gebruiken ontstaan.
Er wordt een regimentslied geschreven. Als melodie wordt de Prinses Irene Mars gebruikt, in 1943 geschreven door wachtmeester Lammers, kapelmeester van het muziekkorps van de Irene Brigade en tevens de eerste gesneuvelde.
De term 'regimentsjaardag' wordt geïntroduceerd (ieder jaar rond 11 januari, de oprichtingsdag van de Brigade). Die dag wordt begonnen met het traditionele Engelse ontbijt. Daarna wordt de Irene-cross gelopen, een veldloop waaraan ook alle gasten van die dag, militairen van het Duitse bataljon en het Belgische bataljon 'Bevrijding / 5e Linie', mogen deelnemen. Er zijn die dag sport- en schietwedstrijden maar vooral het gezellig samenzijn en (oud)-regimentsleden en oudstrijders staat die dag centraal.
Oudstrijders van de Irenebrigade en de Indië-bataljons worden meer dan ooit bij de activiteiten van het bataljon / regiment betrokken. Zij reiken de invasiekoorden uit aan de nieuwe leden van het Garderegiment, altijd op een voor het regiment historische plaats.
In 1995 wordt ook 13 Stafstafcompagnie van de 13e Gemechaniseerde Brigade uit Oirschot als paraat onderdeel aan het regiment toegevoegd. Nog meer Fuseliers op de Ruyter van Steveninckkazerne in Oirschot!
Het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene blijkt uitstekend wortel te schieten in het Oirschotse zand en bloeit als nooit tevoren.