At the height of the credit crunch, former top banker Alan Greenspan publicly admitted that there was apparently "a flaw" in his deep belief that free markets should not need regulation. The man who had been the world's foremost monetary figure for eighteen years expressed his "great sorrow" at the discovery that neo-iberalism was failing.
This expression of regret by Greenspan forms the background of a sharply-toned essay by Hans Achterhuis. For Greenspan, the free market was not only an ideological belief, but also an unmitigated utopia. It contained a promise that he took from his most important teacher in social-philosophical issues: the writer Ayn Rand. Her utopian novels were — according to a Times poll — the second most influential books of the twentieth century among the American public.
Achterhuis examines Ayn Rand's free-market utopia in line with his earlier publications on utopias. He situates this utopia in the broader historical context of the rise of the market economy. The market, which in traditional economies was limited and embedded in religious and social structures, took on an independent and important role in the emerging modern capitalist economy. This culminated in Rand and Friedman's neoliberalism, which, as with all utopias, has turned into a debacle.
This text has been translated automatically from Dutch
Click here for the original text
Op het hoogtepunt van de kredietcrisis gaf voormalig topbankier Alan Greenspan publiekelijk toe dat er kennelijk ‘een fout' zat in zijn diepe overtuiging dat vrije markten geen behoefte zouden hebben aan regulering. De man die achttien jaar lang op monetair gebied de belangrijkste figuur ter wereld was geweest, toonde zich ‘zeer bedroefd' over de ontdekking dat het neoiberalisme tekortschoot.
Deze spijtbetuiging van Greenspan vormt de achtergrond van een scherp getoonzet essay van Hans Achterhuis. Voor Greenspan was de vrije markt niet alleen een ideologische overtuiging, maar ook een regelrechte utopie. Zij hield een belofte in die hij ontleende aan zijn belangrijkste leermeesteres in maatschappelijk-filosofische kwesties: de schrijfster Ayn Rand. Haar utopische romans waren onder het Amerikaanse publiek - volgens een enquête van de Times - na de Bijbel de invloedrijkste boeken van de twintigste eeuw.
Achterhuis onderzoekt de vrije-marktutopie van Ayn Rand in lijn met zijn eerdere publicaties over utopieën. Hij situeert deze utopie in het bredere historische verband van de opkomst van de markteconomie. De markt, die in traditionele economieën werd begrensd en ingebed in religieuze en maatschappelijke structuren, kreeg een zelfstandige en belangrijke rol in de opkomende moderne kapitalistische economie. Dit culmineerde in het neoliberalisme van Rand en Friedman dat, zoals dat gaat met alle utopieën, is uitgedraaid op een debacle.