Eric Patrick Clapton is een Britse gitarist, componist en zanger van blues-, rock- en popmuziek.
Clapton werd geboren als zoon van Patricia Molly Clapton en de Canadese militair Edward Walter Fryer, die in Engeland was gelegerd. Fryer keerde nog voor Claptons geboorte terug naar zijn echtgenote in Canada. Omdat zijn moeder nog erg jong was, werd Clapton opgevoed door zijn grootmoeder Rose en haar echtgenoot Jack Clapp, die de stiefvader was van Claptons moeder. Zijn moeder, die doorging voor zijn zuster, trouwde met de Canadese militair Frank McDonald en volgde haar echtgenoot naar Duitsland en later naar Canada. Onterecht wordt gesteld dat Eric de achternaam Clapp heeft, van zijn grootvader. Eric kreeg bij zijn geboorte de achternaam van zijn moeder. Uiteraard zorgde dat bij hem in zijn jeugd voor verwarring.
"Ricky", zoals Clapton door zijn grootouders genoemd werd, was een stil kind met kunstzinnige aanleg en een goed verstand. Op negenjarige leeftijd ontdekte hij de waarheid omtrent zijn afstamming. Hij trok zich nog meer terug in zichzelf en begon zijn schoolwerk te verwaarlozen. Toen Clapton eind jaren 50 met de opkomende rock-'n-roll in aanraking kwam, was hij meteen enthousiast. Voor zijn dertiende verjaardag vroeg en kreeg hij een gitaar. Hij ging op zoek naar de oorsprong van de rock-'n-roll en kwam bij de blues terecht. Op zijn 16e liet hij zich inschrijven bij het "Kingston College of Art", maar al na een jaar werd hij weggestuurd.
Eenmaal van school begon hij te werken in de bouwsector, samen met zijn grootvader. Zijn allereerste muzikale invloeden waren Big Bill Broonzy en Robert Johnson, wiens muziek werd gedraaid tijdens kinderradioprogramma's. Later leerde hij de muziek van B.B. King en andere elektrische gitaristen kennen. Zijn eerste elektrische gitaar kochten zijn grootouders op afbetaling. Clapton ruilde hem al in voor een Fender Telecaster voordat de afbetaling voldaan was.
Begin 1963 speelde hij mee in de bluesband "The Roosters". Na de opheffing van deze band speelde hij een maand in de groep "Casey Jones and The Engineers". In oktober werd hij opgenomen in "The Yardbirds", waarvan hij 18 maanden lid zou blijven. Deze band was een kweekvijver van goede gitaristen; na Clapton kwamen nog Jimmy Page en Jeff Beck. De groep verwierf faam door zijn bluesgetinte rock. Clapton verwierf de bijnaam waaronder hij nog steeds bekend is: "Slowhand". Deze bijnaam kreeg hij omdat hij door zijn stijl van spelen regelmatig snaren brak en deze dan ter plekke verving, terwijl het publiek hem begeleidde met traag handgeklap. De beide platen die hij met de Yardbirds uitbracht hadden veel succes. Desondanks verliet hij de Yardbirds in 1965, omdat hij vond dat de groep te veel op de commerciële poptoer ging.
Van april 1965 tot midden 1966 maakte hij deel uit van "John Mayall's Bluesbreakers". In deze periode kwam zijn talent definitief tot ontplooiing. Hoogtepunt was de lp "Bluesbreakers With Eric Clapton", inmiddels een echte klassieker.
Midden 1966 richtte hij samen met bassist Jack Bruce en drummer Ginger Baker het "powertrio" "Cream" op. Met deze groep vestigde hij definitief zijn reputatie als de nummer één van de rockgitaristen. Door het uitbrengen van drie opeenvolgende sterke lp's en door energieke en uitgebreide tournees, verwierf "Cream" een internationale reputatie, die amper onderdeed voor die van "The Beatles" en "The Rolling Stones". De optredens van de band kenmerkten zich door veel improvisatie, waarbij alle drie de bandleden hun muzikale talenten ten volle konden uiten. De karakters van de drie leden waren echter zo sterk dat ze voortdurend met elkaar botsten, waardoor de band geen lang leven beschoren was. Maar hoewel de band slechts twee jaar bestond, wordt hij toch beschouwd als een van de voornaamste van die periode, zo niet van de popgeschiedenis.
Begin 1969 richtte Clapton een "supergroep" op: "Blind Faith". Andere leden van deze groep waren Steve Winwood, Rick Grech en Ginger Baker. Na slechts één lp en één Amerikaanse tournee viel ook deze band uit elkaar.
Een tijd lang trad Clapton samen met George Harrison op als gastmuzikant met "Delaney & Bonnie", die het voorprogramma van de tournee van "Blind Faith" hebben verzorgd. In de zomer van 1970 leidde dit tot de oprichting van "Derek and the Dominos", aanvankelijk met Dave Mason. Zoals later het geval was nam hij de beste musici mee. Ook deze band hield het niet lang uit: na één lp en een Amerikaanse tournee was het opnieuw gedaan. Dit leverde echter wel de klassieke dubbel-lp "Layla and Other Assorted Love Songs" en de dubbele live-lp "In Concert" op. "Layla" wordt nog steeds gezien als een van de hoogtepunten in de populaire muziek, mede door het feit dat hierin duidelijk de pijn van Clapton is te voelen die hij heeft vanwege de onbeantwoorde liefde voor Pattie Boyd, de vrouw van zijn vriend George Harrison. Door de combinatie daarvan met getalenteerde en gedreven muzikanten ontstond een echte klassieker. Onder andere de inbreng van gitarist Duane Allman bracht het geheel op een hoog niveau.
Ondanks zijn professionele successen ging het Clapton in deze periode privé niet voor de wind. De druk van zijn carrière, zijn onbeantwoorde gevoelens voor Pattie Boyd en zijn verslaving aan heroïne maakten dat hij van de scene verdween. Na een onderbreking van drie jaar wist hij met de hulp van Pete Townshend van zijn verslaving af te komen. Hij kreeg een rol in de verfilming van Townshends rockopera "Tommy" en begon weer platen op te nemen. Zijn stijl onderging echter een verandering. De nadruk lag meer op de songs en minder op de individuele kwaliteiten van de muzikant. Dit werd hem door veel van zijn vroegere fans en sommige critici niet in dank afgenomen. Een belangrijke oorzaak is dat Clapton door een aantal bandleden uit het Amerikaanse Tulsa in aanraking kwam met muziek van J.J. Cale, die vanaf dat moment een enorme invloed zou hebben op de sound en het repertoire van Clapton. Clapton werd geraakt door de ingetogenheid van Cale en zijn composities.
Op het concert in augustus 1976 in Birmingham schrokken veel fans van Claptons verbale steunbetuiging aan de politicus Enoch Powell. Aan het einde van de jaren 70 kreeg hij opnieuw te maken met een verslaving, ditmaal aan alcohol, waardoor hij in 1981 zelfs in het ziekenhuis belandde met een maagzweer 'zo groot als een mandarijn'. Ondertussen trouwde hij in 1978 met Pattie Boyd, die inmiddels van Harrison was gescheiden.
Gedurende de jaren 80 bleef hij met groot succes albums uitbrengen, alhoewel hij nooit meer de immense populariteit bereikte van de jaren 60 en 70. In 1985 trad hij op tijdens "Live Aid", in Philadelphia. Zijn optreden vormde een van de hoogtepunten van het Amerikaanse gedeelte van "Live Aid". In 1988 speelde hij mee met "Dire Straits" tijdens het "Nelson Mandela 70th Birthday Tribute Concert". Tevens liet Clapton zich in de jaren 80, samen met vele andere artiesten, vaak zien tijdens concerten voor "The Prince's Trust", een stichting van de Britse prins Charles. In 1987 werd hij lid van de Anonieme Alcoholisten en sindsdien lijkt zijn alcoholverslaving onder controle. Tijdens de opnamen van het album "Behind the Sun" in 1985 leerde hij Yvonne Khan Kelly kennen, met wie hij een verhouding én een kind kreeg: zijn oudste dochter Ruth (1985). Clapton verliet Pattie Boyd en in 1988 scheidden zij. De verhouding met Kelly duurde niet lang en Clapton had een losse relatie met Italiaans model Lori Del Santo. Uit deze verhouding werd in 1986 een zoon, Conor, geboren.
Begin jaren 90 beleefde Eric Clapton weer een aantal persoonlijke drama's. Bij een helikopterongeval in augustus 1990 kwamen een goede vriend en een aantal crewmembers om het leven: gitarist Stevie Ray Vaughan, zijn Amerikaanse manager Bobby Brooks, assistent-tourmanager Colin Smythe en bodyguard Nigel Browne. Clapton zelf zat in een andere helikopter omdat hij met Vaughan van plaats gewisseld had om nog een optreden van een andere artiest op die avond te zien. Vaughan en Clapton hadden opgetreden in East Troy in Wisconsin, VS. Op 20 maart 1991 viel zijn vierjarig zoontje Conor uit een raam op de 53ste verdieping van een wolkenkrabber, waar hij samen met zijn moeder woonde, in Manhattan, New York. Clapton drukte het vele verdriet dat hij had uit in het nummer "Tears in Heaven" waarmee hij in 1992 een Grammy Award won.
Met de verschijning van het album "From the Cradle" in 1994 boorde Clapton weer zijn oude bronnen aan en de traditionele blues ging weer een prominente rol spelen in zijn muziek.
In 1997 richtte hij op het eiland Antigua het "Crossroads Centre" op, een internationaal afkickcentrum voor alcohol-, drugs- en andere verslavingen.
In januari 2002 trouwde hij met Melia McEnery in dezelfde kerk waar hij elf jaar eerder afscheid had genomen van zijn zoon. Het echtpaar kreeg drie dochters. In 2004 verleende Clapton zijn medewerking aan de nieuwe CD van zijn oude vriend Rod Stewart, genaamd "Stardust".
In 2005 kwam Eric Clapton met nieuw werk naar buiten op het album "Back Home". In het begin van 2006 begon Clapton met een wereldtournee. Op 3 november 2006 kwam een duetalbum van Eric Clapton en J.J. Cale uit, genaamd "The Road to Escondido", met medewerking van o.a. Billy Preston, Doyle Bramhall II, Albert Lee, Nathan East, Derek Trucks en de vertrouwde band van J.J. Cale. Op 28 juli 2007 werd voor de tweede keer het "Crossroads Guitar Festival" gehouden in Chicago voor "Claptons Crossroads Antigua Foundation". Vele artiesten verleenden belangeloos hun medewerking, zoals Eric Clapton (organisator), B.B. King, John Mayall, Albert Lee, Jeff Beck, Sheryl Crow en Buddy Guy. In september 2007 kwam het album "Complete Clapton" uit, met 36 hits uit zijn gehele carrière van 1968 tot 2006, plus een boek over zijn leven, onder dezelfde titel.
Op de DVD van Jeff Beck "Performing this week...live at Ronnie Scott's" uit 2008 (vijf concerten op rij in november 2007) speelt Clapton in de toegift "Little Brown Bird" van Muddy Waters en "You Need Love" van Willie Dixon, in de Engelse jazzclub van Ronnie Scott in Soho (Londen).