Originele tekeningen van Marten Toonder zijn altijd al zeldzaam geweest en dat zal niet veranderen. In 2010 werd namelijk uit Toonder's nalatenschap het fysieke deel (de originele tekeningen en brieven en dergelijke) die Marten Toonder zélf maakte definitief opgenomen in de collectie van het Letterkundig Museum Leiden en is sindsdien dus eigendom van de Nederlandse staat. De kans dat originele tekeningen op de markt komen is dus klein geworden.
Nadat Marten Toonder in 1986 op 74 jarige leeftijd was gestopt met de dagstrip van Heer Bommel, verzorgde hij eerst het tekenwerk voor Concordia (1986-1990) en daarna DEPA (1991). In de tweede helft jaren van de jaren ‘90 gaf ook Pfizer aan afbeeldingen van Heer Bommel voor bepaalde artikelen te willen gebruiken. Toonder was inmiddels in de 80 en kon dat (fysiek) op dat moment niet meer opbrengen. Ook Frits Godhelp was inmiddels in de 70 en dus werd via Toonders rechterhand Carla Back de
jonge` Dick Matena (enige door Toonder zélf benoemde officiële opvolger van hemzelf) gevraagd om voortaan het tekenwerk te verzorgen. Hij heeft dat voortreffelijk gedaan.
Van 1984 tot en met 1988 werden enkele Tom Poes-verhalen uit het weekblad Revue opnieuw geplaatst in de Donaid Duck. Elf jaar later, vanaf nummer 23 van 1999, kwamen de helden weer terug in Donaid Duck met nieuwe, spannende avonturen; deze avonturen zijn te lezen in de banden 19 en 20 van deze integrale uitgave.
Na een proef om nieuwe verhalen te produceren voor de dagbladen werd door Marten Toonder besloten om voor het weekblad Donaid Duck een nieuwe reeks verhalen op te zetten. Daartoe nam hij wederom schrijver-tekenaar Dick Matena in de arm en overlegde hij met hem over de juiste vorm.
In nauwe samenwerking met Toonder ging Matena aan de slag en in het voorjaar van 1999 voltooide hij het verhaal ‘Tom Poes en het komeetgas’.