Hij was oorspronkelijk bedrijfsleider van een fabriek in knippatronen. In de jaren dertig begon hij een zangcarrière onder de artiestennaam Ted Jenkins. Aanvankelijk zong hij vooral Franse chansons en cowboyliedjes. In 1940 nam hij de zang voor zijn rekening in het muzikale hoorspel Vrouw aan boord van Anton Beuving en Jan Vogel. Eén van de liederen daarin was Ketelbinkie, wat zijn grootste succes zou worden. Drie jaar later zette hij het voor het eerst op de plaat, op het orgel begeleid door Cor Steyn. Door het succes van Ketelbinkie concentreerde Van Schaik zich vooral op zeemansliederen. Zijn artiestennaam was "De Zingende Zwerver".