Officiële verzegeling vignetten worden door postkantoren over de hele wereld gebruikt. Deze (zelfklevende) zegels hebben door de jaren heen een belangrijke rol gespeeld. De zegels hebben geen frankeerkracht, dat wil zeggen, ze betalen niet voor de bezorging van post.
Amerikaanse officiële verzegeling vignetten begonnen met één specifieke rol: het verzegelen van grote "aangetekende pakketten" met aangetekende brieven die werden vervoerd, om zo te voorkomen dat er mee werd geknoeid.
De vignetten uit 1877 zijn gemaakt om te worden gebruikt door 'dode-brieven'-kantoren, waar onbestelbare post werd geopend in een poging om de benodigde bezorginformatie te verkrijgen. Het vignet werd gebruikt om het poststuk achteraf te sluiten en om uit te leggen waarom het was geopend.
Er bleven kleine ontwerpwijzigingen plaatsvinden naarmate het gebruik van de zegels zich uitbreidde naar elk postkantoor. Officiële verzegeling vignetten werden vaak gebruikt om beschadigde enveloppen opnieuw te verzegelen, om te voorkomen dat de inhoud voor levering verloren zou gaan.
Op verzegelde enveloppen staat vaak een stempel of een geschreven aantekening die aangeeft dat het item beschadigd is ontvangen of tijdens de verwerking is beschadigd. Dit is een van de meest voorkomende toepassingen van de zegels door de jaren heen.
Officiële verzegeling vignetten ondergingen een substantiële ontwerpwijziging in 1972, na de 'Postal Reorganization Act' en de lancering van de 'United States Postal Service'. Het gestileerde adelaarsinsigne van het hernoemde agentschap verscheen in de plaats van het Liberty-vignet of het centrale ontwerp.