Anton Wildgans was een Oostenrijkse dichter en toneelschrijver.
Anton Wildgans 1900 studeerde rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Wenen en volgde colleges bij Wilhelm Jeruzalem. Hij promoveerde in 1908 en werkte twee jaar als lijkschouwer, totdat hij koos voor het beroep van onafhankelijke schrijver. Tweemaal, in de jaren 1921/1922 en 1930/1931, was hij directeur van het Weense Burgtheater. Hij werd bekend om zijn maatschappijkritische werken.
Anton Wildgans spande zich in voor de Oostenrijkse autonomie. Velen twijfelden na de Eerste Wereldoorlog over de levensvatbaarheid van de kleine staat. Maar zijn positieve houding komt, in zijn toespraak over Oostenrijk in 1930, duidelijk tot uiting.
Anton Wildgans was een vrijmetselaar. Het was in 1913 dat hij in de loge "Schiller" in Pressburg (nu Bratislava) werd aanvaard. Hij stierf op de leeftijd van 51 jaar in Mödling en werd in een praalgraf bijgezet in de Weense Centrale Begraafplaats.
Ter zijner eer werd het 3e Weense district "Wildganshof" genoemd, waar er ook een buste van Wildgans staat. In 1932 werd ook de Wildgansplatz naar hem vernoemd in deze wijk.
De Vereniging van Oostenrijkse Industriëlen riep in 1962 de Anton-Wildgans-Preis in het leven ter ere van de schrijver.
Zijn werk wordt bewaard door het Anton-Wildgans-Gesellschaft in het huis van de dichter in Mödling bij Wenen door zijn schoondochter Ilse Wildgans en Dr. Ralph Anton Wildgans. Zijn zoon Friedrich Wildgans (1913-1965) was componist en professor aan de Weense Academie.