Carol Voges (1925 - 2001) was geboren in Amsterdam. Hij ontwikkelde vroegtijdig interesse in kunst en tekening en ging op 17-jarige leeftijd werken bij de animatie studio's van Joop Geesink. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam hij deel aan de productie van een reclamefilm voor de Nederlandse spoorwegen, 'Pierus Peddelaar'. Daarna heeft hij ook gewerkt voor de Toonder-Geesink studio, waar hij deelnam aan de het tekenen van vroege Tom Poes strips. Tijdens de Oorlog maakten Voges ook satirische tekeningen voor De Weerstand en hij verzorgde ook tekeningen voor geïllustreerde bladmuziek.
Voges heeft tijdens de 2e wereldoorlog de joodse kunstenaar Bob Uschi vervangen als sport-tekenaar in De Telegraaf. Na de Oorlog werd hij een van de belangrijkste illustratoren van De Volkskrant. In de tweede helft van de jaren veertig werkte Voges in een studio samen met een zekere J. van Bossum in Bussum. Onder het label Studio Van Bossum-Voges maakten ze o.a. de illustraties voor het boek 'De muizen en de mooie hoed' van Pieter van Hemert (Kroonder, 1945) en de 'Prikkebaard'-serie van P.H. Fruithof (Kroonder, 1946).
Voor De Volkskrant maakte hij ook zijn eerste creatie, 'Pa Pinkelman'. Deze dagelijkse strip verscheen in de Volkskrant en is geschreven door Godfried Bomans in de jaren 1945 tot 1952.
Rond 1949 creëerde Voges ook de krantenstrip 'Jimmy Brown, Sportheld nr. 1 'voor de wekelijkse Sportief en de regionale pers (1949-1957), evenals' Professor Créghel 'in het Rotterdams Kwartet (1947-1949),' Hertog Lieverlui dan Moe 'in De Tijd (1948-1949),' De Bewoners Van Laag-Wapperen 'in Kris-Kras (1956-1957) met tekst van Han G. Hoekstra. Voor het Shell-tijdschrift Olidin trok hij 'Opa' van 1957 tot 1962 en 'Mex' van 1962 tot 1963.
Voges was bovendien een illustrator voor Okki en voor de kinderboekuitgever De Eekhoorn, waar hij tekeningen maakte voor verschillende boekenreeksen van Henri Arnoldus, zoals 'Tup en Joep', 'Pietje Puk', 'Oki en Doki', 'Jokkie' en Pim en Pidoe '. Voges verzorgde ook vele jaren de tekeningen voor het weekblad Sjors met o.a. 'Sjors van de Rebellenclub', zes 'Dinkie' verhalen (1963-67) en 'Bertram' (1968-69).
Tussen 1965 en 1988 werkte hij ook voor de wekelijkse Donald Duck, waar hij de covers en verhalen met Disney-karakters als 'Donald Duck', 'Dumbo', 'Gus & Jaq' en 'Chip' n 'Dale' verzorgde. n de jaren 1980 maakte hij bekende en schitterende (full colour-)illustraties bij verhalen van De Rose Panter, typisch in de stijl die zo goed paste; bonte kleuren met een heerlijke snelheid en sfeer. Daarnaast verzorgde Voges enkele cover tekening voor de beroemde kinderboeken serie van "Bob Evers"
Hij tekende ook voor Libelle, o.a. 'Mario en de Toverpluisbloem' in 1965 en 1966, in Bobo Wolla-Wolla' in 1972. In de laatste fase van zijn carrière maakte hij tekeningen met 'Sesam Straat' karakters voor Bobo. Carol Voges bracht zijn laatste jaren in het Rosa Spierhuis in Laren.
