Hoewel misschien iets minder bekend dan sommige collega's, is Carmen de oudste van de nu nog in de Chileense wijnbouw actieve bodega's. Tot 1988 leidde het in 1850 gestichte bedrijf een vrij onopvallend bestaan. Toen werd het echter overgenomen door de Claro familie, als mede-eigenaar ook betrokken bij bedrijven als Santa Rita en Los Vascos. Er kon flink worden geïnvesteerd, en men maakte van de gelegenheid gebruik om een van de modernste wijnbedrijven van Chili neer te zetten. Door de bouw van de nieuwe kelders aan de voet van het Andesgebergte konden ze zo worden geconstrueerd dat alle bewegingen met de wijn slechts onder invloed van de zwaartekracht plaatsvinden.
Maar de basis van het succes van Carmen ligt niet eens in de hypermoderne installaties, maar in de wijngaard. Met de komst, begin jaren '90, van de jonge wijnmaker Alvaro Espinoza werd het accent gelegd op de kwaliteit van de druiven. Hij leerde bij Château Margaux en Moët & Chandon om uiterste zorg te besteden aan de wijngaard. Carmen wordt daartoe mede in staat gesteld, omdat het alle druiven haalt van wijngaarden die in eigen bezit zijn. Bij Carmen heeft men de opbrengst van de wijngaarden aan banden gelegd, en dat betekent dat de wijnen krachtiger en voller van karakter zijn dan we van veel Chileense exemplaren gewend zijn. Bovendien smaken de wijnen echt naar het druivenras waar ze van gemaakt zijn. Wie ze proeft is direct onder de indruk van de grote mogelijkheden van dit veelbelovende wijnland.