Muntenserie 1948 (MiNrs 1#9)
De eerste postzegels die uitgegeven zijn door de staat Israël werden al voor het einde van het Britse mandaat gemaakt. Dat betekende dat het werk in het geheim en in haast moest worden uitgevoerd. Bovendien had de Joodse nationale leiding nog geen definitief besluit genomen over de naam van het nieuwe land. De naam Israël staat dan ook niet op de eerste postzegels. In plaats daarvan is voorlopig gekozen voor Doar Ivri ("Hebreeuwse post").
De eerste serie telt negen zegels
• Op de postzegel van 3m (MiNr 1) staat een bronzen munt met de afbeelding van een palmboom en manden gevuld met fruit. Op de tab staat "Bronzen munt uit de periode van de Maccabeën van de eerste opstand" en "Voor de verlossing van Sion".
• Op de postzegel van 5m (MiNr 2) is een blad van een wijnstok met kleine takken en ranken afgebeeld omringd door de tekst "Vrijheid van Sion". Op de tab staat "Bronzen munt uit de periode van de eerste opstand" (de Joodse oorlog tegen de Romeinen, 66-70 n Chr.)
• De postzegel van 10m (MiNr 3) toont een amfoor met een brede rand, een deksel en twee handvatten. Het beeld wordt omringd door de term shenat shalosh ("Het derde jaar," dat is 68/69). Op de tab staat “Bronzen munt uit de periode van de eerste opstand"
• De postzegel van 15m (MiNr 4) laat een munt zien uit de periode van de tweede opstand (132-135) en de afbeelding van een tros druiven. Op de tab staat "Munt uit de periode van de tweede opstand" en de tekst van de munt "Jaar een van de verlossing van Israël”.
• Op de postzegel van 20m (MiNr 5) is een zilveren sjekel uit de tijd van de eerste opstand te zien. Er staat een kelk op met negen parels op de rand. De tekst op de tab is "Zilveren sjekel uit het tweede jaar van de eerste opstand" (67/68) en "Sjekel Israel jaar twee".
• De postzegel van 50m (MiNr 6) draagt de afbeelding van een munt uit de tijd van de tweede opstand en toont een lulav (opgerold palmblad) en etrog (cirtroen), attributen die gebruikt worden op het Sukkot feest. De tab vermeldt "Munt uit de periode van de tweede opstand". De tekst op de munt, geciteerd op de tab, betekent "eerste jaar van de verlossing van Israël"
• De postzegel van 250m (MiNr 7) toont zowel de voor- als de achterzijde van een zilveren sjekel uit het tweede jaar van de eerste opstand (67/68). Op de voorzijde zien we een kelk met negen parels op de rand en de tekst “Sjekel van Israël". Op de achterzijde staat een tak met drie granaatappels, met daar om heen de tekst 'Jeruzalem de heilige". Op de tab staat "Zilveren sjekel uit het tweede jaar van de eerste opstand" en de tekst die ook op de munt staat.
• De zegels met de waarden 500m (MiNr 8) en 1000m (MiNr 9) vertonen zilveren sjekel munten met dezelfde afbeeldingen als de munt van 250m, maar ze dateren uit de derde en vierde jaar van de eerste opstand. Op de tabs staat, behalve de tekst die ook op de munten staat, "Zilveren sjekel uit het derde resp. vierde jaar van de eerste opstand".