Het westelijk deel van het continent Australië werd door de Nederlanders ontdekt. Vanaf het begin van de 19e eeuw kwam het onder invloed van de Britten. Die probeerden het eerst te koloniseren, maar dat lukte niet. Vanaf het midden van de 19e eeuw werd het gebied daarom een Britse strafkolonie, die de arbeiders leverde. Dat bleef zo, totdat de staat opging in het Commonwealth of Australia per 1 januari 1901.
De staat gaf postzegels uit, waarop meestal een zwarte zwaan (landssymbool) is afgebeeld. Daarnaast hebben enige zegels het portret van koningin Victoria. Ze bleven in gebruik totdat Australië zijn eerste eigen zegels uitgaf in januari 1913.
Bij de meest gebruikte waarde voor postzegels, de 1 penny, is het opletten geblazen. Er zijn twee types: het oudste heeft een zwaan met een GEDEELTELIJK gearceerde achtergrond, latere versies hebben een
DOORLOPENDE arcering.
Ook bij de watermerken is er genoeg variatie. Kroon CC liggend. Kroon CA liggend, Kroon tussen W en A, V boven Kroon (papier van de staat Victoria), A onder Kroon. Deze watermerken komen meestal liggend voor, maar ook wel staand.
Tanding kan ook variëren. In eerste instantie werd tanding 14 gebruikt, later werd overgegaan op 12,5 of 12,5 x 12. Ook tanding 11 of gemengd (12 en 11) komen voor, maar zijn veel schaarser.
De rode/roze zegels met karmijn erin, kunnen worden onderscheiden doordat de kleur doorslaat en op de achterkant zichtbaar is. Zie bijgevoegde scan.
Dienstzegels werden bij de vroegste uitgaven verkregen door een gat van 3 of 4 mm in de zegel te ponsen. Later vormden de kleine geponste gaatjes de letters W A. Toen het Commonwealth of Australia was gevormd, werd dat tenslotte de letters O S, die dus ook nog kunnen voorkomen in de laatste uitgaven van West Australië.