Eind jaren 40 waren zowel Columbia (later CBS) als RCA op zoek naar opvolgers van de 78 toeren grammofoonplaat. Columbia introduceerde de eerste Long Play- grammofoonplaat op 33 1/3 toeren in 1948 (in die periode werd ook de eerste 7 inch, 45 toeren single uitgebracht).
RCA koos voor een 7 inch, 45 toeren plaatje, dat meerdere nummers per kant bevat. Afspelen op 45 toeren levert in beginsel een betere geluidskwaliteit dan 33 1/3 toeren.
De eerste langspeelplaten (LP's) werden uitgebracht op 10 inch (plm.25 cm), hetzelfde formaat als de 78-toerenplaat. De speelduur was ongeveer 15 minuten per kant. Voor jazz en populaire muziek was die speelduur voldoende voor een aantal nummers per kant.
Voor klassieke muziek bestond er behoefte aan een langere speelduur. Omdat de liefhebbers van klassieke muziek destijds als de belangrijkste doelgroep (want de meest kapitaalkrachtige) werden gezien, produceerde men in de V.S. al snel langspeelplaten van 12 inch (plm. 30 cm.).
De goedkopere 10 inch LP bleef in de jazz en de populaire genres (rock 'n' roll!) nog tot omstreeks 1960 in zwang. In de tweede helft van de jaren 70 maakte de 10 inch een comeback. Vooral in het punk en new wavegenre waren afwijkende formaten, zoals de 10", populair. Soms werd ook materiaal uit de jaren 50 opnieuw in dit formaat uitgebracht. In de loop van de jaren 80 verdween dit formaat opnieuw nagenoeg, om af en toe als gimmick toch weer op te duiken.
- De oplettende gebruikers zullen in de periode 1950 - 1960 toch veel klassieke muziek op 10 inch aantreffen. Deze 10" Lp's werden overwegend door Europese maatschappijen uitgebracht. Bijvoorbeeld Philips, Deutsche Grammophon en Decca.
- 10 inch LP's werden in de jaren 50 soms 'extended play' genoemd om ze te onderscheiden van de 12 inch. LP's ( 'long play').
- LD nr. 3258631 is geen 10 inch LP, maar een 8 inch plaat (uit de voormalige Sovjet-Unie). Omdat dit formaat zelden voorkomt, is er destijds voor gekozen om deze soort 8 inch platen in te delen bij de 10 inch platen.