Er zijn twee soorten panda’s: de kleine panda en de reuzenpanda. Beide roofdieren eten vooral bamboe. De kleine panda leeft verspreid in het Himalayagebergte, terwijl de reuzenpanda alleen in het Chinese deel voorkomt. Daarmee houdt de overeenkomst wel op, want de reuzenpanda is een beer, terwijl de kleine panda een eigen familie vormt en meer verwant is aan de wasberen. Hoewel de reuzenpanda van oudsher een laaglandbewoner is, is hij door het verdwijnen van de bamboebossen,ten behoeve van landbouwgrond, teruggedrongen naar onbegaanbare berggebieden. Er zijn nog maar rond de 2000 dieren in het wild. Vanwege het aandoenlijke uiterlijk en de zeldzaamheid werd de reuzenpanda het logo en het boegbeeld van het Wereldnatuurfonds. Als logo is de reuzenpanda op tal van postzegels aanwezig. Andere landen proberen een graantje mee te pikken van de populariteit van de reuzenpanda. Natuurlijk zijn dat landen zoals Mongolië, Cuba, Equatoriaal Guinea en Tanzania. Het kleine neefje krijgt (zoals gebruikelijk?) minder aandacht.