Astrid Sofia Lovisa Thyra, hertogin van Brabant, prinses van België, prinses van Zweden was de vierde Koningin der Belgen en de moeder van prinses Josephine-Charlotte, Koning Boudewijn en Koning Albert II.
Prinses Astrid was de dochter van prins Karel van Zweden (1861-1951) en prinses Ingeborg van Denemarken (1878-1958).
Toen ze zich verloofde met prins Leopold, zoon van koning Albert van België, verliet ze haar geboorteland.
Bij haar aankomst in Antwerpen, vergat de prinses alle ceremonieel en vloog haar verloofde om de hals; dit spontane gebaar was het begin van de enorme sympathie die de vorstin bij de bevolking verwierf. Het paar huwde in Zweden op 4 november 1926, zes dagen later volgde een tweede huwelijk in Brussel op 10 november. Het huwelijk werd bijgewoond door de Zweedse koninklijke familie, die een paar dagen in Brussel te gast was.
Het jonge paar woonde eerst in het Bellevue-paleis te Brussel. Nadien verhuisde het gezin naar het Kasteel van Stuyvenberg.
Door haar huwelijk in 1926 met de toenmalige Belgische kroonprins Leopold werd zij na de dood van koning Albert I in 1934 koningin der Belgen. De blijde intredes (de ceremonieel afgelegde ontvangsten in de negen provinciehoofdsteden) werden druk bijgewoond. Van het volk kreeg ze door nationale intekening het diadeem der negen provinciën.
Een paar jaar na haar huwelijk bekeerde de koningin zich tot het rooms-katholieke geloof. De koningin deed aan naastenliefde en organiseerde inzamelacties ten behoeve van de minderbedeelden. Als ze een aangrijpende verzoekbrief kreeg, ging ze soms persoonlijk op onderzoek uit om het in de brief aangeroerde probleem op te lossen.
In 1935 kwam de koningin der Belgen op 29-jarige leeftijd om het leven bij een auto-ongeval in het Zwitserse Küssnacht am Rigi. De koning verloor de controle over de wagen, waarin het paar incognito, onder de naam Renard, een uitstapje maakte, voordat zij huiswaarts zouden keren. Nadat de auto van de weg was geraakt en tegen een boom was gebotst, werd de vorstin, die via de al geopende autodeur uit de auto wou springen, uit de auto geslingerd en tegen de boom gekatapulteerd. De auto schoot nog door tegen een andere boom en belandde daarna in het water. Door ernstig hoofdletsel was de koningin op slag dood. De koning was vrijwel ongedeerd. Vele Belgen waren in rouw en treurden om de prinsjes en het prinsesje die op jonge leeftijd hun moeder verloren. Door dit ongeval was Astrid slechts een jaar koningin. Leopold treurde om haar verlies en verbood zijn kinderen over haar te spreken. Haar boudoir liet hij intact en hij bewaarde haar met bloed besmeurde jurk.
Küssnacht schonk Leopold de grond van de plaats van het ongeluk, waarop Leopold een kapel liet bouwen ter herinnering aan haar. Astrid zelf ligt begraven in een praalgraf in de koninklijke crypte te Laken.
Astrid schonk de dynastie de latere koningen Boudewijn en Albert II en groothertogin Josephine Charlotte van Luxemburg.
Op 1 december 1935 bezorgden de Belgische Posterijen een heruitgave van een zestal reeds bestaande frankeerzegels met de beeltenis van koningin Astrid, ditmaal evenwel voorzien van een zwarte rouwrand rondom.
Koningin Astrid heeft tot op de huidige dag nog haar bewonderaars en er zijn door de jaren heen talrijke boeken over haar verschenen. Er zijn in België veel monumenten, gebouwen, parken, straten en pleinen naar haar vernoemd, waaronder het Astridpark in Brugge en het Koningin Astridplein in Antwerpen. Ook Nederland heeft in Noordwijk een Koningin Astrid Boulevard.
Bron:
- Astrid Bammens, "Astrid, Koningin der harten", Standaard Uitgeverij (Antwerpen, 2005). ISBN 90 02 21946 6
- http://nl.wikipedia.org/wiki/IngeborgvanDenemarken_(1878-1958)