De laserdisc is een analoge optische schijf voor het bewaren van beeld en geluid.
De techniek is al uit 1958 en maakt het mogelijk om een schijf met daarop gegevens uit te lezen met behulp van een laserstraal.
Hierdoor is er geen fysiek contact tussen de plaat en een opname unit.
Het grote voordeel is dat slijtage van de plaat niet mogelijk is.
Philips was sinds 1970 bezig met de ontwikkeling van optische video-opname en ging vanaf 1975 samenwerken met Discovision en zij brachten voor het eerst in 1976 de optische videoplaat uit voor de Amerikaanse markt in Atlanta.
Tot aan 1984 was beeld en geluid nog analoog daarna werd het geluid digitaal gecodeerd.
Het systeem heeft het niet gered doordat de videorecorder werd uitgebracht waardoor de mensen konden opnemen wat met de laserdisc niet kon.
De al uitgebrachte platen [laserdisc] zijn daardoor vrij zeldzaam.