Het werk van Hugo Pratt is onlosmakelijk met zijn avontuurlijke leven verbonden. Hij verwerkt zijn reizen, zijn interesse, via zijn moeder en tante, voor esoterie en mysterie. Zijn gevoel voor contrasten tussen zwart en wit en zijn talenten als verhalenverteller hebben hem tot één van de vernieuwende tekenaars van de strip gemaakt.
Hugo Pratt werd geboren in Rimini (omdat zijn ouders Rolando Pratt en Evelina Genero daar een dagje op vakantie waren. Iets wat Hugo Pratt, die zich Venetiaan voelde, zeer betreurde. In zijn paspoort staat; Geboorteplaats: Rimini) . Zijn jeugd was Venetiaans in een zeer kosmopolitische omgeving. Zijn grootvader van vaderszijde, Joseph, is van Engelse afkomst. (De acteur Boris Karloff, bekend van zijn rol als ‘Het monster van Frankenstein’ is een familielid, zijn echte naam is William Henry Pratt (Camberwell, 23 november 1887 — Midhurst, 2 februari 1969). Een oom van moeders kant was een poëet, maar ook oprichter van de ‘Fascistische strijders van Venetië’.
Zijn moeders familie stamt af van Sefardische-Marraanse joden uit Toledo, bekeerd tot het katholicisme, verbannen en gevestigd in de tijd van het pausdom in Avignon, als bankiers voor de Kerk. De vaderlijke tak is zelfs nog complexer met zijn mengeling van Byzantijnen, Turken, Venetiaanse glasblazers in Murano, maar ook Engelse Jacobitische aanhangers van de Stuarts die naar de Middellandse Zee vluchtten. En al deze mensen bevonden zich op een dag in Venetië.
Op tienjarige leeftijd vertrok Hugo Pratt met zijn moeder naar Abessinië (het huidige Ethiopië) om zich bij zijn vader te voegen, die als beroepssoldaat betrokken was bij de inval door Benito Mussolini in 1935. Vier jaar later brak de Tweede Wereldoorlog uit. Zijn vader meldt zich samen met zijn dertienjarige zoon aan bij de koloniale politie om de separatisten te onderdrukken. Hij zei dat Hugo “Mussolini’s jongste soldaat” was. Na het Britse offensief van 1941 was hij getuige van de terugkeer van keizer Haile Selassie toen Addis Abeba werd bevrijd. In 1941 werd zijn vader gevangengenomen en deze overleed in het concentratiekamp van de Engelsen. Al deze gebeurtenissen zouden hun sporen nalaten in het werk van Hugo Pratt.
In 1944, was Hugo samen met zijn moeder teruggekeerd in Venetië. Daar ontmoette de jonge Hugo Pratt de eenheid van Vladimir Peniakoff (Popski), een kennis van de vader van Hugo Pratt. Onderdeel van die eenheid was de Poolse officier Koinsky, die dus echt heeft bestaan. (Luitenant-Kolonel Peniakoff leidde een soort speciale eenheid, ’Popski’s Private Army’, die opereerde in Noord-Afrika en later meedeed aan de invasie van Italië). Pratt bracht in 1960 nog een bezoek aan Koinsky in Engeland. Deze vertelde hem veel dingen die werden verwerkt in de serie ‘De Woestijnschorpioenen’.
Al heel vroeg las de jonge Hugo graag avonturenromans en Amerikaanse strips. Vooral de stijl van Milton Caniff inspireert hem.
Hij begon met striptekenen in 1945, toen hij Mario Faustinelli en Alberto Ongaro ontmoette. Ze vroegen Pratt om mee te werken aan het blad L'Asso di Picche, een serie geïnspireerd op Amerikaanse gemaskerde helden. Vier jaar lang werden verschillende verhalen gepubliceerd.
In Argentinië trok het werk van Pratt de aandacht van de uitgever Cesare Civita, die L'Asso di Picche publiceerde in zijn tijdschrift Salgari. Hij nodigt Pratt uit om in Buenos Aires te komen werken. Pratt accepteerde en verhuisde in 1949 naar Argentinië. Twee jaar later ontmoette hij Héctor Oesterheld die hem vroeg om Sergeant Kirk te tekenen gebaseerd op een script van Oesterheld. Samen maakte ze ook Ticonderoga en verhalen rond Ernie Pike.
Pratt was inmiddels getouwd en had twee kinderen, Lucas et Marina. In 1959 creëerde Pratt geheel zelf een nieuwe strip en nam zijn vijftienjarig buurmeisje als model voor: Anna van de Jungle. Dit buurmeisje genaamd Anne Frognier werd in 1963 zijn tweede vrouw met wie hij ook twee kinderen kreeg, Silvina, en Giona (Jonas). Vervolgens vertrok hij naar Londen om te werken voor het bureau Fleetway Publications, waarvoor hij twaalf oorlogsverhalen tekende voor de tijdschriften Picture Library. Daarna vestigde hij zich voor een jaar in São Paulo, Brazilië, waar hij tekenlessen gaf aan de Escuela Panamericana de Arte. In 1962 keerde hij terug naar Buenos Aires, waar hij Wheeling en Capitan Cormorant schreef en tekende. Een paar maanden later maakte Argentinië een moeilijke economische crisis door en werd hij gedwongen terug te keren naar Italië.
Terug in Venetië vroeg de directeur van een tienertijdschrift hem om te tekenen in de Corriere dei Piccoli. Billy James, geschreven door Milo Milani, verscheen in 1962. Simbad il marinaio (Simbad the Sailor), het jaar daarop. De Ombra, een andere gemaskerde misdaadbestrijder die aan de Asso di Picche doet denken, verscheen in 1964, met teksten van Alberto Ongaro. Aangepast door Milo Milani, tekende hij twee werken van Robert Louis Stevenson: L'Isola del tesoro (Schateiland) en Il Ragazzo rapito (Ontvoerd!), In 1965. Opnieuw met Milani, Fanfulla en in 1969 Sandokan de tijger van Maleisië. Tegelijkertijd maakt Hugo nog steeds talloze reizen, met name naar Brazilië en Ethiopië.
In 1967 kreeg Hugo Pratt, die vond dat hij in zijn carrière op een dood punt zat, een aanbod van een Genuese zakenman, Florenzo Ivaldi, om zijn eigen stripblad uit te geven; Sgt. Kirk. Pratt bedacht hiervoor een avonturenstrip, ‘De ballade van de zilte zee’. Dit verhaal kreeg veel aandacht bij de inmiddels overal opgerichte stripfanzines. Op de stripbeurs van Lucca, Italë, kwam Hugo Pratt de hoofdredacteur van het Franse (communistische) stripblad Pif tegen. Deze stelde hem voor een nieuwe serie voor zijn blad te maken. In de trein naar Frankrijk, om het contract te tekenen, bedacht Pratt dat hij de bijfiguur uit ‘De Ballade’ best eens zou kunnen gebruiken voor zijn nieuwe strip; Corto Maltese. Hiermee was het succes eindelijk daar voor Hugo Pratt.
Hugo Pratt was nu inmiddels zeer bekend in de stripwereld. In 1973 vroeg Uitgeverij Lombard hem om voor het blad Kuifje een strip te maken. Het werd ‘De Woestijnschorpioenen’, waarvan het eerste hoofdstuk in het blad Sgt. Kirk was verschenen.
Door het succes in Frankrijk volgden ook andere Europese landen. In Italië verscheen bij Milano Libri Edizioni albums op groot liggend formaat: Corto Maltese sconta detta arcana (Corto Maltese in Siberië) in 1974 en later Favola di Venezia (Fabel van Venetië) in 1977 en La casa dorata di Samarkand (Het Gouden Huis van Samarkand, in 1980.
In 1977 was het de beurt aan het tijdschrift Pilote om Pratt in te schakelen voor ‘De Macumba van Gringo’ en ’Ten westen van Eden’. In februari 1978 verscheen bij uitgeverij Casterman het blad ‘Wordt vervolgd’: dit maandelijkse stripmagazine stelde Pratt in staat zijn publiek uit te breiden zodat Corto's succes nog groter werd. Fort Wheeling verscheen in 1980 in het tijdschrift Métal Hurlant. Pratt maakte vervolgens ‘De jeugd van Corto’ voor het dagblad Le Matin de Paris van mei 1981 tot januari 1982.
In 1984 verhuisde Hugo Pratt naar Grandvaux in Zwitserland (Ook om belasting technische redenen) en het jaar daarop hield hij toezicht op de uitgave van een weekblad dat ambitieuzer was qua inhoud: Corto. Zijn moeder stierf een jaar later. Hij bleef de wereld rondreizen. Hij keert terug naar Afrika, naar Djibouti en maakt een reis naar Zuid-Amerika: in de eerste plaats voor een hereniging met Argentinië. Gevolgd door Chili en Paaseiland, Peru, Mexico, Guatemala en tenslotte Honduras. Het Italiaanse tijdschrift Corto Maltese publiceerde in 1987 Le Elvetiche (De Helvetiërs) en in 1988 Mu la città perdta (Mû). In juni en juli 1992 begon hij aan een reis van een maand in de Stille Oceaan in gezelschap van Patrizia Zanotti: opnieuw Paaseiland, Nieuw-Guinea, de Cook Eilanden en Samoa – het decor voor de eerste avonturen van zijn papieren dubbelganger, maar ook Frans-Polynesië (Tahiti en Tetiaroa). In 1995 verscheen in het tijdschrift (Wordt vervolgd) ‘In een verre hemel’. Kort daarna werd een nieuw album uitgebracht; het vertelt de laatste momenten van Saint-Exupéry: De laatste vlucht. Hugo Pratt is dan al vele maanden ziek. Hij legt de laatste hand aan een nieuw werk: Morgan. Het zal zijn laatste zijn. Hij maakte nog het laatste deel van Wheeling af voor de volledige heruitgave. In augustus 1995 stierf hij op zondagmiddag 20 augustus aan darmkanker.
Inmiddels is Hugo Pratt een (voornamelijk door hemzelf gecreëerde) legende geworden. Strips maken was zijn leven en hij leefde voor zijn strips.
Hugo Pratt werd bij zijn werk bijgestaan door een aantal assistenten:
Gisela Dester hielp bij Ticonderoga en de eerste twee episodes van Anna van de Jungle.
Anne Frognier (Pratt’s tweede vrouw) vertaalde Corto Maltese, De Woestijnschorpioenen en Sven, in het Frans en kleurde de strips in.
Guido Fuga tekende de treinen, auto’s, vliegtuigen en decors voor Corto Maltese in Siberië, Fabel in Venetië, Het gouden huis van Samarkand, De jeugd van Corto Maltese en De Helvetiërs.
Mariolina Pasqualini (de vrouw van Guido Fuga) deed de inkleuring van Fabel in Venetië.
Bettina Novelli verzorgde de lettering.
Raffaele (Lele) Vianello werkte mee aan Tango en Mû.
Patrizia Zanotti kleurde later alle verhalen opnieuw in op aanwijzing van Hugo Pratt.
De rechten op het werk van Hugo Pratt zijn in handen van het Zwitserse bedrijf Cong SA, opgericht in 1989. De meerderheidsaandeelhouder en manager van dit bedrijf is Patricia Zanotti, voormalig assistente, inkleurster en compagnon van Hugo Pratt. Ten minste enkele kinderen van Hugo Pratt behoren tot de minderheidsaandeelhouders van Cong SA.
Lijst van eerste verschijning van de verhalen van Hugo Pratt:
Venetië:
Asso di Picche - Comics (Schoppenaas) (23 afleveringen Dec. 1945 - Okt. 1950)
Ray e Roy (Asso di Picche - Comics 3, 1946)
Indian Lore (Feb. 1947, Herdruk Sgt. Kirk 13, 1968)
Hombres de la Jungla (Junglemen) (Asso di Picche - Comics 1 bis, 1949)
Argentinië:
El Cocique Blanco (MISTERIX, nr. 171-?, 1951/52), scenario Alberto Ongaro
El Sargento Kirk, 36 verhalen (MISTERIX 228-272, 1953-1857, HORA CERO SEMANAL 37-90 1958-1959, FRONTERA EXTRA 1-5, 25, 27)
Legion extranjera (RAYO ROYO 226-271, 1954, klein formaat: 15×6,5 cm, 513 stroken)
Ticonderoga (FRONTERA 1, 1957 en FRONTERA EXTRA 4, 6, 25 en 8, 1957-1958)
Ernie Pike (HORA CERO MENSUEL 1-53, 1957-1961)
Ann y Dan (Ann van de Jungle) (SUPER TOTEM 1, 1959. RADIO FUN 1960. FRONTERA EXTRA 25, 29 1960/61)
Engeland:
12 verhalen voor WAR PICTURES LIBRARY (WW II, Histoires de guerre, Casterman 2009)
The Iron Fist 66p. (War Picture Library nr. 25, Sept. 1959)
Battler Britton and the Wagons of Gold 32p. (Thriller Picture Library nr. 297, Dec. 1959)
The Pathfinder 64p. (War Pictures Library nr. 40, March 1960)
The Crimson Sea 64p. (War Pictures Library nr. 50, May 1960)
Up the Marines! 64p. (War Pictures Library nr. 58, July 1960)
Strongpoint 64p. (War Pictures Library nr. 62, August 1960)
The Bayonet Jungle 64p. (War Pictures Library nr. 91, March 1961)
Dark Judgement 64p. (War Pictures Library nr. 92, April 1961)
Battler Britton - Rockets of Revenge 21p. (Battler Britton Book 2, May 1961)
The Big Arena 64p. (War Pictures Library nr. 133, Feb. 1962)
Night of the Devil 64p. (Battle Pictures Library nr. 62, June 1962)
Capitan Cormorant (MYSTERIX 692, 996 en 997, 1962)
Wheeling I en II (MYSTERIX 700 en 801, 805 en 809, 1962-1964)
Italië:
Billy James (CORREIRE DEI PICCOLI 45-48, 1962. 14-24, 1963)
Le Leggende Indiane (Pecos Bill, Ed. Angelo Fasani, 118-147, 152, 153, 12/1962-1963)
Simbad il marinaio (CORREIRE DEI PICCOLI 28-33, 1963)
L’Odissea (CORREIRE DEI PICCOLI 43, 1963 - 14, 1964)
L’Ombra (CORREIRE DEI PICCOLI 26-41, 1964. 30-43, 1965. 30, 1966)
Le avventura di Ercole (Hercules) (CORREIRE DEI PICCOLI 38, 1966 - 5, 1966)
L’Isola del tesoro (Schateiland) (CORREIRE DEI PICCOLI 41, 1965 - 6, 1966)
Il ragazzo rapito (Kidnapped) (CORREIRE DEI PICCOLI 29-40, 1967)
Fanfulla (CORREIRE DEI PICCOLI 41, 1967 - 8, 1968)
Una Balata del Mare Salato (De ballade van de zilte zee) - SGT. KIRK nr. 1 t/m 20 7/1967 - 2/1969
Luck Star O’Hara (SGT. KIRK 14, 1968), (HOP 9, 1976), (PILOTE MENSUEL 41bis, 1977)
Sandokan - Hugo Pratt/Mino Milani (CORREIRE DEI PICCOLI 1969)1e druk 2009 Casterman, 2009
Corto Maltese
1967
0. Una Balata del Mare Salato (De ballade van de zilte zee) - SGT. KIRK nr. 1 t/m 20 7/1967 - 2/1969
ALBUM: De Ballade van de zilte zee 1e druk 1979 Casterman
1970
1. Le secret de Tristan Bantam 20p. (Het geheim van Tristan Bantam) - PIF nr. 58 (3-4-’70)
2. Rendez-vous à Bahia 20p. (Rendez-vous in Bahia) - PIF nr. 59 (10-4-’70)
3. Samba avec Tir Fixe20p. (Snelvuur Samba) - PIF nr. 66 (29—5-’70)
4. L’Aigle du Brésil 20p. (De adelaar van Brazilë) - PIF nr. 75 (31—7-’70)
5. …Et nous parlerons des Gentilhommes de fortune 20p. (Fortuinzoekers) - PIF nr. 82 (18-9-’70)
6. À cause d’une mouette 20p. (Een meeuw op het strand) - PIF nr. 89 (6-11-’70)
ALBUM: In het teken van de steenbok - Corto Maltese 1e druk 1982 Casterman
1970/71
7. Têtes de champignons 20p. (Godenvoedsel) - Pif nr. 96 (25-11-’70)
8. La conga des bananes 20p. (Bananen-Conga) - Pif nr. 103 (12-2-’71)
9. Vaudou pour monsieur le président 20p. (Voodoo voor de president) - Pif nr. 108 (18-3-’71)
10.La lagune des beau songes 20p. (De lagune van de schone dromen) - Pif nr. 117 (20-5-’71)
11.Fables et Grand-Pères 20p. (De kleinzoon) - Pif nr. 124 (8-7-’71)
ALBUM: Altijd maar verder - Corto Maltese 1e druk 1983 Casterman
1971/72
12. L’ange à la fenêtre d’oriënt 20p. (De engel aan het oostraam) - PIF nr. 135 (23-9-’71)
13. Sous le drapeau de l’argent 20p. (Onder de vlag van het geld) - PIF nr. 143 (1811-’71)
14. Concert en O mineur pour harpe et nitroglycérine 20p. (Concert in O-mineur voor harp en nitroglycerine) - PIF nr. 151 (6-1-’72)
15. Songe d’un matin d’hiver 20p. (Droom op een winterochtend) - PIF nr. 161 (23-3-’72)
16. Côtes de nuits et roses de Picardie 20p. (Cotes de nuits en roses of Picardy) - PIF nr. 172 (8-6-’72)
17. Burlesque entre Zuydcoote et Bray-Dunes 20p. (Burleske tussen Zuydcoote en Bray-Dunes ) - PIF nr. 179 (27-7-’72)
ALBUM: De Kelten - Corto Maltese 1e druk 1986 Casterman
1972/73
18. Au nom d’Allah le miséricordieux 20p. (In naam van allah de genadige) - PIF nr. 183 (31-8-’72)
19. Le coup de grâce 20p. (Genadeslag) - Pif nr. 194 (16-11-’72)
20. Et d’autres Roméos et d’autres Juliettes 20p. (Romeo en Julia Danakilversie) - PIF nr. 204 (22-1-’73)
21. Les hommes-léopards du Rififi 20p. (Luipaardmannen van Rufiji) - PIF nr. 217 (25-4-’73)
ALBUM: De Ethiopiërs - Corto Maltese1e druk 1984 Casterman
1974/77
22. Corte sconta detta arcana 100p. (Corto Maltese en Sibérie) - LINUS nr. 1 (1974) - nr. 7 (1977)
ALBUM: Corto Maltese en Sibérie - Corto Maltese 1e druk 1979 Casterman
1977
23. Favola di Venezia - Surat al Bunduqyyiah 58p. (Fabel in Venetië) - L’EUROPEO nr. 21-51 (1977)
ALBUM: Fabel in Venetië - Corto Maltese 1e druk 1984 Casterman
1981
24. La maison Dorée de Samarkand 139p. (Het gouden huis van Samarkand) A SUIVRE nr. 31-37 (1980/81)
ALBUM: Het gouden huis van Samarkand - Corto Maltese 1e druk 1986 Casterman
1981/82
25. La jeunesse de Corto Maltese 33p. (De jeugd 1904-1905) Le Matin de Paris (5-8-’81 / 1-1-’82)
ALBUM: De jeugd 1904-1905 - Corto Maltese 1e druk 1983 Casterman
1986
26. Tango… y todo a media luz 53p. (Argentijnse Tango) CORTO MALTESE nr. 21-28 (1-’86 / 5-’86)
ALBUM: Argentijnse Tango - Corto Maltese 1e druk 1987 Casterman
1987
27. Rosa alchemica - Elvetiche 70p. (De Helvetiërs) CORTO MALTESE nr. 42-47 (3-’87 / 8-’87)
ALBUM: De Helvetiërs - Corto Maltese 1e druk 1988 Casterman
1988/91
28. Mû 168p. (Mû) Corto Maltese nr. 63-69 (12-’88 / 6-’89)+nr. 88-96 (1-’91 / 9-’91)
ALBUM: Mû - Corto Maltese 1e druk 1992 Casterman
(De Woenstijnschorpioenen
Gli Scorpioni del Deserto (De Woenstijnschorpioenen), SGT. KIRK nr. 28 ottobre 1969 (5 pagina’s).
Les Scorpions du désert, TINTIN (édition belge) nr. 6, 1973:
« La Piste de Siwa », TINTIN nr. 9/73, 9 p., 1973.
« Direction : Le Caire », TINTIN nr. 21/73, 8 p., 1973. TINTIN nrs. 11/74 tot 13/74, 1974.
Les Sables mouvants, TINTIN nrs. 38/75 à 48/75, 1975.
Avocats en Dancalie, TINTIN (édition française) no 332-338, 1982.
Conversation mondaine à Moululhe, in (À SUIVRE) no 65 à 67, 1983.
Brise de mer, (Zeewind) (À SUIVRE) no 184 à 194, 1993-1994.
L’assalto al forte (CORREIRE DEI PICCOLI 15, 1970) L'attaque du fort, Billy James, 1980
De Italiaanse uitgever Sergio Bonelli vroeg in 1971aan Hugo Pratt om een verhaal te maken voor zijn serie ‘Un uomo un’avventura’ (Een man een avontuur). Dat werd het verhaal Sven, de man van de Caraïben. Pratt deed er zes jaar over omdat hij het te druk had. De verhalen; Macumba voor een gringo, Ten westen van Eden en Jesuït Joe, de man zonder geweten, verschenen ook in deze collectie.
Sven (Editions du Kangourou, 1976) (De man van de Caraïben, 1976)
La macumba du gringo (Macumba voor een gringo), (PILOTE MENSUEL 35bis, 1977)
A l’ouest de l’Eden (Ten westen van Eden), (PILOTE MENSUEL 52, 1978)
Jesuit Joe (De man zonder geweten), (PILOTE MENSUEL 74-77, 1980)
Cato Zulu (CORTO MALTESE 11 en 12, 1984)
George e Arabella (MAMMA & BABY “Extra News” 1, 1986)
Baldwin 622 (QUEL FANTASTICO TRENO, 1992)
Le dernier vol (Saint-Exupéry, De laatste vlucht), (A SUIVRE 200-203, 1994)
In un cielo lontano (Onder een verre hemel), (Lizard Edizioni, 1994
Morgan (A SUIVRE 224-226, 1996)
Wheeling (III) Le sentier des amitiés perdues (Kleur) Casterman, 1995)
(Fort Wheeling deel 2, (Z/W) Casterman 1996)
Secundaire literatuur:
PHENIX 11 (Claude Moliterni, Hugo Pratt, un maître du noir et blanc, 1969)
PHENIX 14 (Claude Moliterni, Hugo Pratt nous parle, 1970)
European Cartoonist no.1 Genoa (Hugo Pratt, Corto Maltese, The secret of Tristan Bantam, Engelse taal, 1973)
Hugo Pratt Le désir d’être inutile - Entretiens avec Dominique Petitfaux 2e ed. définitive, Robert Lafont, 1991)
Les femmes de Corto Maltese (Michelle Pierre, Casterman, 1994)
En attendant Corto (Vertige Graphic, 1995)
De l’autre côté de Corto (Dominique Petitfaux/Hugo Pratt, Casterman, 1996)
Corto Maltese Memoires (Michelle Pierre/Hugo Pratt Casterman, 1998)
Les ballades de Corto Maltese, Guide de Venise (Fuga/Vianello, Casterman, 1999)
J’avais un rendez-vous (Vertige Graphic, 1996)
Reddition, Zeitschrift für Grafische Literatur Nr 41, 2004)
Avec Hugo - Silvina Pratt (Flammarion, 2005)
Je me souviens de Pratt, Conversations à Malamocco - Ivo Pavone, Alberto Ungaro, Anne Frogner, Guido Fuga, Mariolina Pasqualini, Lele Pianello en Silvina Pratt (Mosquito, 2013)