Antonio Canova (1757-1822) was een Italiaans beeldhouwer. Hij was leerling van Toretti (Il Giovane) in Venetië, in 1773 opende hij zijn eigen atelier. Canova’s werk is neoclassicistisch, een stijl waarbij goed gekeken werd naar de klassieken. Canova probeerde niet zo zeer de werkelijkheid af te beelden, maar een ideaal. Canova wilde door middel van zijn naaktstudie terugkeren naar de eenvoud van de natuur. Toen hij zestien was kreeg hij zijn eerste beeldhouwopdracht, Orpheus en Eurydice. Toen hij 18 was, kreeg hij zijn eigen atelier. Hij heeft lange tijd in Rome gewoond. In 1802 werd hij door Napoleon naar Parijs gehaald om Napoleon uit te beelden. In 1815 stuurde Paus Pius VII hem naar het Parijse Louvre om de door Napoleon geroofde Vaticaanse kunst op te eisen als uitvoering van het Verdrag van Parijs (1815). De Vaticaanse kunstwerken waren immers ondertussen ondergebracht in de door Vivant Denon samengestelde collectie in het Musée Napoleon. In 1819 ontwierp hij een tempel, geïnspireerd op het Pantheon, als geschenk aan zijn geboortedorp, en daar is hij na zijn dood in 1822 bijgezet.