Kangoeroes zijn buideldieren uit de familie Macropodidae. Er zijn ongeveer 50 tot 60 soorten. Ze komen voor in Australië en Nieuw-Guinea. Ze zijn ook in andere landen ingevoerd, zoals Engeland, Frankrijk en Nieuw-Zeeland. Kangoeroes zijn planteneters die gekenmerkt worden door sterk ontwikkelde achterpoten en kleinere voorpoten. Die achterpoten worden gebruikt bij hun kenmerkende manier van voortbewegen. De sterke staart wordt gebruikt als evenwichtsorgaan en als steun. Pasgeboren kangoeroes gaan op zoek naar een van de tepels in de buidel. Hier brengen ze nog verschillende maanden door, tot ze groot genoeg zijn om de buidel te verlaten. Kangoeroes worden gezien als concurrenten van de ingevoerde schapen. Door de boeren worden ze daarom in grote aantallen afgeschoten. Het vlees en de huid wordt gebruikt. Door jacht en het uitzetten van roofdieren zijn verschillende soorten uitgestorven, terwijl andere soorten sterk in aantal zijn afgenomen. De (rode) kangoeroe is symbolisch voor Australië. Op postzegels van dit land komen kangoeroes dan ook veelvuldig voor.